Hanneke: 'De dochter huilt al dagen, gek word ik ervan'
Hanneke Hendrix woont in de buurt Nijmegen met man en kind, en heeft onlangs haar derde roman uitgebracht. Ze schrijft boeken bij De Geus, geeft les aan de kunstacademie en de Schrijversvakschool en maakt hoorspelen voor de radio, maar is niet per se gek op grindbakken.
De dochter huilt al twee dagen om alles. Maar dan ook echt alles. Om de pindakaas die ze op haar boterham had gevraagd, de trui die ze aanwilde en nu dan ook aangetrokken krijgt, om haar knuffels in bed en om het schuim in het bad dat ze graag wilde. Ik snap dat wel. Ik huilde ook wel eens dagenlang om niets. Vooral toen ik nog studeerde en daar dan ook de tijd voor had: in bed liggen en wenen met een doos tissues, een fles wijn en de DVD-box van The Sopranos. Zwelgen om weer een verloren liefde, nummers wissen van deze of gene, plaatjes draaien tot diep in de nacht. Ach, mooi was die tijd.
Lees meer: Hanneke Hendrix: 'De hel, dat zijn ánderen in kinderspeelparadijzen'
Maar goed, de dochter is nog klein en die kent natuurlijk niet de geneugten van hele dagen in bed liggen, drank en Tony Soprano die zegt ‘I'm like King Midas in reverse. Everything I touch turns to shit.’ Dat komt nog wel. Ooit.
Het is logisch dat ze baalt van alles. Ze had de griep en toen mocht ze alles: de hele dag televisiekijken in de pyjama, witte pasta zonder saus en niet de haren kammen en in een staartje. Vier keer per nacht kreeg ze een glaasje water gebracht als ze daar om riep, want ja: ze had griep met koorts, dan heb je ook dorst, dat snapt iedereen. Maar nu is ze weer beter en nou mag ineens alles niet meer. Is alles ‘Nee, niet doen’ en ‘Nee, de televisie mag niet aan’ en ‘Nee, nu heb je al drie glazen water gebracht gehad waar je maar een mini-nipje voor de vorm van nam, dus nu wacht je gewoon tot morgenvroeg.’
Het niet-meer-dingen-mogen is haar zo in het verkeerde keelgat geschoten dat ze nu dus ook begonnen is met huilen om dingen die ze wel wil. Dan vraagt ze om Pieter Konijn (wat mag, want er moet gekookt worden) en huilt ze vervolgens tranen met tuiten omdat ze toch echt iets anders wil zien.
Gek word ik ervan.
Lees meer: Hanneke Hendrix: 'In de rij staan bij deze kaaswinkel is nooit erg'
Tot we in de slagregen naar het dorp van de schoonouders fietsen: de man, de dochter en ik. Het hoost, maar we fietsen driftig door. Want op slecht weer kun je je kleden, zo vinden we. En omdat we de hele week al binnen zaten, moesten we nu echt op de fiets en niet weer in de muffe auto. De dochter is net een michelinmannetje in haar jas, regenpak, muts, sjaal en laarzen. Ze huilt weer. Ze baalt. De man en ik zingen luid liedjes. Drie maal drie is negen. De dochter doet niet mee, die huilt nog harder.
Ik zeg, terwijl mijn brillenglazen zo nat zijn dat ik de weg bijna niet meer zie: ‘Kijk, nu hebben we tenminste iets reëels om over te huilen! Is dat niet fijn?’
‘Hoera!’ roepen de man en ik.
De dochter houdt op met huilen.
Dan is het even stil. We fietsen door.
De dochter slaakt een diepe zucht en zegt: ‘Niet zingen.’
Daarna wijst ze naar een koe.
Onderwijl giet het door.
Volgens mij is er iemand over haar dip heen.
In de verte zien we een regenboog.
Lees hier meer van Hanneke Hendrix.